New age versus Classic

Jij hebt toch verstand van bier, wil jij voor mij even een bierpakketje maken? Dat is een vraag die ik gelukkig met enige regelmaat krijg, nóg een goede reden om een rondje te maken langs de leukste zaken en/ of brouwerijen. Toen ik laatst deze vraag kreeg, bedacht ik mij dat veel van onze lezers dit ook zullen doen. Leuke ideeën en tips van andere bierfanaten zijn dan ook van harte welkom; creatief met bierpakketten.

In dit voorbeeld, het Classic/ New age bierpakket.

Sportschoolhouder Kevin vroeg mij voor vaderdag een bierpakket te maken á 35 euro. Zelf drinkt hij zelden bier dus aan mij de schone taak wat lekkers voor zijn vader mee te nemen. Zijn vader, net boven de 60 is een man die van de klassiekers houdt, drinkt graag zijn Leffe en Westmalle Tripel en in een gekke bui misschien nog een Kwak. Eens kijken of ik hem kan verrassen met een leuk bierpakket.

Omdat je nooit te oud bent om te leren heb ik gekozen voor het Classic/ New age pakket. Bij Classics ben ik gegaan voor de klassieke bierstijlen en dan met name de bieren die ik zelf in ieder geval het lekkerst vindt. Denk aan de Vicaris Tripel, de Wittekop Saison, Brasserie Le Fort en Urthel Samaranth. Stuk voor stuk smakelijke bieren!

Bij de New age bieren ben ik er vol voor gegaan. Zo zat er in de doos onder andere de That’s what I said, Gamma, Imperial Coffee Porter, S’morebidley Obese, Liquid Dessert, Pale Ale Citra, American Pale Ale en Hel & Verdoemenis Gin Barrel Aged.

Kijkende naar de classics, dan kan het niet anders dan dat hij daarvan zou gaan genieten. De bieren die ik had uitgekozen voor New age zijn echter wel behoorlijk uitgesproken.. misschien toch mijn hand een beetje overspeeld.
Omdat ik toch wel nieuwsgierig ben wat zijn vader ervan vond, heb ik er wat stickertjes bij gedaan waar hij een cijfer op kon schrijven. Een ouderwetse, maar zeker een leuke manier om erachter te komen wat hij van de bieren vindt. Vallen de klassiekers in de smaak en kan hij ook nog de moderne biersmaken waarderen? Of was dit toch een brug te ver?

En dan nu het oordeel van Kevins vader, New age versus Classic

Laten we beginnen met wat klassiekers.

We beginnen positief, een 8 voor de oude bekende: Paix Dieu.
Nog 2 klassiekers die – zoals verwacht – goed scoorden: de Wittekop Saison en Malheur.

En dan nu de New age bieren…

Nouja, Imperial Stout, daar moet je van houden. Gauw door naar de volgende. (Moersleutel)
Nog een 3,5? Het begint er schrijnend uit te zien. (S’morebidley Obese)
Ik ben van mening dat je altijd positief moet eindigen, toch nog een voldoende voor de Pale Ale Citra!

Helaas mocht het cijfer van de Pale Ale Citra niet meer baten, waar de classics konden rekenen op een gemiddelde van een 8, konden de nieuwe bieren hem niet bekoren en kwam het gemiddelde op een 4,5. Over (bier)smaak valt toch te twisten, zo blijkt.

Bier proeven met de stagiair #1

Een sollicitatie kwam binnen van Rob. Kan ik stage komen lopen bij BeerNDX? Tijdens het kennismakingsgesprek konden we uiteraard niet om de vraag heen: “Drink je bier? “Jazeker, het liefste Amstel.” Ook weleens iets anders? Was onze tweede vraag. Jawel, Jupiler. Aangezien het voor de rest een uitstekend gesprek was is hij begonnen, wel op voorwaarde dat hij meer van de bierwereld moest gaan ontdekken. Zodoende was er een mooie zaterdag begin maart waar Rob de (gerijpte) bieren van Hertog Jan ging ontdekken en waar anders dan bij de Bourgondische Bierkelder te Breda.

Op een mooie zonnige zaterdag stapte Rob met onze fotograaf de foodhallen in Breda in. De foodhallen doorkruisend kwamen we uit bij een deur die ons leidt naar de Bourgondische Bierkelder. Het eerste wat je ziet terwijl je de krakende treden afloopt zijn kaarsen op lege bierkruiken en vooral heel veel volle flessen bieren in allerlei soorten en maten. Navraag bij Bas leert dat hij in Breda en in Megen nu in totaal zo’n 9000, voornamelijk 75cl, flessen heeft liggen.

Gerijpte Hertog Jan proeverij

Vandaag schuift Rob aan bij de gerijpte Hertog Jan proeverij. Wat we krijgen te drinken als volgt. De Hertog Jan Dubbel uit 2015 en 2019, de Hertog Jan Tripel uit 2015 en 2019. De Hertog Jan Grand Prestige uit 2019, 2015, 2010 en als klapper op de vuurpijl nog een Hertog Jan Ongekend #2 uit 2014. Het zou enkel de Bierkelder heten wanneer we daar niets lekkers bij kregen, gedurende de proeverij komen er nog verschillende lekkere dingen voorbij waaronder verse bitterballen van Zeeuws Spek. Laat de middag maar beginnen!

De bieren voor de proeverij, naast elk bier de gerijpte tegenhanger.

Met volle aandacht luistert Rob naar het verhaal van Bas. We beginnen met een HJ Dubbel uit 2019 en hij krijgt een blaadje waarop hij notities kan maken. Nagisting? Afdronk? Ineens keek Rob alsof hij Chinees aan het lezen was, maar met wat uitleg van Bas Schampers kwam hij een heel eind. Naast het glas met Dubbel uit 2019 werd een glas met Dubbel uit 2015 ingeschonken. Meteen nam Rob aanstalten om een flinke slok te nemen, maar hij zag de rest ruiken aan het glas dus deed hij maar mee. Op de vraag wat hij rook zei hij: “Het bier uit 2015 ruikt anders dan die uit 2019, maar echt geen idee wat ik ruik. Als ik proef is die uit 2015 wel lekker, ook wat zoet. Die uit 2019 is ook wel lekker, maar die wat meer wat bitter. Klopt het dat die uit 2015 heel weinig koolzuur heeft?” Bas legt uit dat koolzuur over de tijd heen uit het bier verdwijnt, maar dat het nog wat harder gaat bij het bier uit kruikjes. De hals van het kruikje zorgt er namelijk voor dat er wat meer lucht bij kan waardoor het koolzuur sneller verdwijnt. “Weer wat geleerd” aldus Rob die driftig aan het meeschrijven is. (benieuwd wat voor bieren je nog meer kan laten rijpen? Kijk dan eens naar dit artikel).

Rob in actie.

Ondertussen komen de borrelplanken met mozzarella, serranoham, fuetworstjes en nog veel meer op tafel. Tijd voor de Hertog Jan Tripel uit 2015 en 2019. Allereerst legt Bas nog even uit dat dit type bier zich over het algemeen niet zo goed leent voor rijping, maar dat dit bij wijze van experiment wel interessant is om te proberen. De Tripel uit 2019 valt goed in de smaak bij Rob. Hij begint het proeven te leren en omschrijft het bier in geur als kruidig. In smaak vind hij hem bitter en vindt hij ook het kruidige erin terug. Enigszins trots spreekt hij uit, “ik vind de smaak van dit bier complex”. De Tripel uit 2015 is meteen een stuk minder complex. Het bittere is nagenoeg weg, qua smaak wordt hij wel wat intenser, maar dat is vooral omdat hij een stuk zoeter is geworden. Blijkbaar wordt niet alles lekkerder met de jaren.

De mede-proevers testen uitvoerig de Hertog Jan Tripel.

Het lijkt nu tijd te zijn voor de finale, de Grand Prestige.

Eerst komt er nog een schaal vol met allerlei Syrische lekkernijen. Aangezien het hoofd van Rob nog vol zat met nieuw verworven bierkennis heeft hij de namen niet kunnen onthouden, maar lekker was het zeker.

Terwijl Bas de glazen aan het inschenken is met de ‘verse’ Grand Prestige verklapt hij tussen neus en lippen door nog dat hij de Grand Prestige tijdens een blind proeverij weleens heeft omschreven als een dubbel die graag een quadrupel wil zijn. Tijd voor Rob, die tot 4 uur geleden de Grand Prestige nog als een donker pilsje zou zien, om de heilige graal van Hertog Jan te proeven. “Van deze aanblik krijg ik nog niet meteen dorst, wat een donker bier man.” Terwijl hij vervolgens als een volleerde proever probeert de achterhalen welke geuren hij kan ontdekken vliegen de termen van de andere proevers in de kelder in het rond. “Ik ruik rozijnen.” “Duidelijke tonen van drop en chocola” roept de ander. Rob lijkt het allemaal samen te vatten en noteert vastberaden ‘Zoet’.

Rob vergelijkt nog eens de Grand Prestige uit 2019 met die van 2015.

De 2015 wordt vervolgens ingeschonken en menig proever in de zaal is een beetje teleurgesteld. De koolzuur is voor een groot deel weg, maar qua smaak is er niet gek veel veranderd. Rob kijkt me vragend aan en zegt: “ik proef helemaal geen verschil, misschien wat minder bitter?!”.
Wanneer Bas de 2010 inschenkt komt de lach weer terug op de gezichten, de intensiteit in het bier is ontzettend toegenomen. Het bier is voller geworden, zoeter en tegelijkertijd ook heel aangenaam. “Hier proef ik wel een groot verschil”, hij beschrijft het vakkundig op zijn proefformulier ‘Zoeter’.

Terwijl de bitterballen van Zeeuws Spek worden geserveerd (serieus lekker!) serveert Bas voor ons de afsluiter, de Hertog Jan Ongekend #2 .
Het betreft een Grand Prestige die nog een jaar(!) in een vergistingstank heeft gelegen alvorens hij gebotteld is, dat belooft wat. Het jaartje vergisten heeft er nog voor gezorgd dat deze Grand Prestige 10,5% is geworden. Kijkende naar de proefnotie van Rob wordt snel duidelijk wat dat extra jaar heeft gedaan. ‘Zoet, drop én kruidig’ staat er geschreven.

Het middagje proeven zit erop en we klimmen de kelder weer uit. Op de vraag wat hij ervan vond, antwoordt hij: “Heftige middag joh, wist niet dat er zoveel smaak aan bier kon zitten. Vond met name de Dubbel, Tripel en het eten lekker. Heb er ook wel dorst van gekregen, zo maar eens een café opzoeken voor een pilsje.”

De (aan)houder wint. Of niet?

Het drinken van bier heeft natuurlijk te maken met smaak en voorkeuren. Het bijbehorend glas daarentegen wordt meestal gedicteerd door de brouwerij. Naast vaasjes, fluitjes en pintglazen komen daardoor de meest uiteenlopende creaties op de markt en in het café. We zullen de bierglazen met houder voor je uitlichten.

Bierglazen zonder voet; glazen die door hun vorm aanzetten tot doordrinken. En als er een houder bij zit, dan moet je ook daar weer ruimte voor vrijmaken. Kasteleins hebben ermee te maken, maar ook de liefhebber. Maar ja, daar ben je liefhebber voor.   

Het koetsiersglas

Met een heel bouwwerk om het glas heen, lijkt het een onnodig ingewikkeld plan om met veel poeha de biermarkt te veroveren. Toch is het verhaal van het koetsiersglas interessant en authentiek genoeg om verteld te worden. Pauwel Kwak was in de tijd van Napoleon een herbergier uit het Belgische Dendermonde en zijn klandizie bestond voornamelijk uit koetsiers. Omdat díe juist niet veel tijd hadden, bedacht de beste man een glas die ook hen in staat stelde om te drinken én op hun bok te blijven zitten. Het glas met een bolle onderkant (vergelijkbaar met een Cambridge yard glas) werd namelijk met een houten houder aan de koets bevestigd. Het bier kwam van Brouwerij Bosteels uit Buggenhout.

Het principe van de koetsiersglas is net als die van een stiefel (ofwel: een laarsglas). Zodra er lucht in de bol (of in het geval van de stiefel: het uitstekend stuk van de laars) komt, en de drinker de laatste teugen onderschat, dan komt de complete inhoud als een tsunami uit het glas.  

Dure glazen

De houder van het koetsiersglas wordt tegenwoordig geleverd met een voetje om het geheel neer te kunnen zetten. Leuk voor thuis, dus. En daardoor werden de koetsiersglazen een gewild object om mee te nemen. Zo ook bij herberg De Dulle Griet in Gent. Daar verdwenen namelijk de dure glazen bij bosjes. Als men een Max van ’t Huis (niet te verwarren met het bier van Pauwel Kwak) bestelt, dan moet men een onderpand inleveren: een schoen. Die wordt na de bestelling in een mand gegooid en vervolgens wordt de mand vanachter de toog omhoog gehesen. Na een toiletbezoek blijft echter de vraag: hoe komt mijn ene sok toch zo nat?

‘La corne du bois des pendus’

Brasserie D’Ebly werd in 2012 voor de rechter gedaagd door eerdergenoemde brouwerij Bosteels. Het glas horende bij het bier ‘La corne du bois des pendus’ zou teveel lijken op het koetsiersglas van Pauwel Kwak. Bij beide glazen gaat het om een houten houder, zodat ze rechtop kunnen staan. En daar houdt de vergelijking op. Drinkt men Pauwel Kwak uit een recht glas met een bolle onderkant, ‘La corne’ is hoornvormig. Daarom oordeelde de rechtbank in het voordeel van D’Ebly.

Laafse Lurk

En dan had je nog de glazen bij de Laafse Lurk. Het Dubbelbier was geïnspireerd door Het Volk van Laaf uit het Nederlandse attractiepark De Efteling en werd aldaar geschonken. Het werd gebrouwen door de Arcener Stoombierbrouwerij in Arcen, nu bekend als de Hertog Jan Stoombierbrouwerij. Dat het niet meer bestaat heeft te maken met het relatief hoog alcoholpercentage, de glazen die uitnodigden tot doordrinken, en de omgeving van het park dat bestond uit kinderattracties.

Laafse Lurk met bijhorend glas (foto: Beerdame.com)

Uit welk uitzonderlijk glas heb jij weleens gedronken?

Ten minste houdbaar tot

De THT datum. Veel mensen durven hun bier niet meer te drinken na de gestelde houdbaarheidsdatum. Is dit wel terecht? Max van Huizen van horecaheld legt het je uit.

Tot wanneer is mijn bier nog goed?

Ik heb een fles in de kelder gevonden, 5 jaar na de houdbaarheidsdatum. Wat vind jij, kan ik deze nog opdrinken?

Dit hangt er heel erg vanaf wat voor bier het is. Ik zal proberen een houvast te geven. Lichte bieren met een alcoholpercentage tot ca. 6% hebben vluchtige smaken en verdwijnen wanneer het bier ouder wordt. Deze bieren wil je eigenlijk zo vers mogelijk drinken. Een pils wat 5 jaar over de datum is kun je gerust drinken. Je zult er zeker niet ziek van worden. Het zal waarschijnlijk wel een beetje muffig smaken, een beetje als nat karton.

Welke bieren zijn bij uitstek geschikt om te bewaren?

Donkere bieren met een hoog alcoholpercentage kun je zelfs heel lang bewaren. Deze kun je net zoals rode wijn een tijd laten rijpen. Het bewaren van deze flessen komt in deze gevallen de smaak zeker ten goede. Bij deze bieren zal er meer diepgang in de smaak ontstaan. Overigens zijn het niet alleen de donkere bieren. Zeker de Orval en uiteraard Oude Geuzes zijn ook uitstekende bieren om een aantal jaren te bewaren. 

Weggooien? Echt niet!

Welke bier raad je zelf aan om een aantal jaren te laten liggen?

Een klassieker op dit gebied is de Westvleteren 12. Deze heb ik zelf eens gedronken na 4 jaar en deze was toen al heel erg mooi. Uiteraard ook de Rochefort 10. Dit is een bier wat nu al erg lekker is, maar de rijping maakt het geheel nóg mooier. De Zundert 10 zou ik zelf ook laten rijpen, al weet ik nog niet wat dit met de smaak zal doen. Dit bier is natuurlijk nog maar 1,5 jaar oud. Tenslotte is een klassiek voorbeeld natuurlijk de Hertog Jan Grand Prestige. Mijn advies: elk jaar 6 (grote) flessen kopen waarvan je er 2 opdrinkt en 4 laat liggen voor later!

BeerNDX in gesprek met Max van Huizen. Max is een biersommelier met encyclopedische kennis van bier en horecadier in hart en nieren. Met Bierheld verzorgt hij proeverijen en trainingen voor vakmensen en bierliefhebbers.