Bijzondere bierblend

Een tijdje terug hebben we het gehad over het combineren van Westmalle dubbel en tripel. Het combineren van deze bieren is heel smakelijk en wordt ook wel de Trip Trap genoemd. Dat dit bij lange na niet de enige succesvolle blend is bleek wel uit de vele reacties die we hebben ontvangen naar aanleiding van dit artikel. Een van deze reacties nemen we vandaag graag met je onder de loep en dat is ‘de Sjoes’.

Het recept

Het recept van de sjoes is heel eenvoudig. Men opent een flesje oud bruin, vult het glas voor 25% met oud bruin, loopt naar de tapkraan en doet er vervolgens 75% pils bij. Voilà, de sjoes is klaar!

Oud bruin?

Dat zie je niet zo vaak meer op de kaart staan en lang niet alle slijterijen zullen het in huis hebben. Oud Bruin hoort namelijk tot het rijk van verdwenen bieren waar Roel Mulder over schrijft in zijn boek Verdwenen bieren van Nederland. Het zoete, bruine bier is niet meer zo in trek bij de bierdrinkers.
Oud bruin kent zijn oorsprong in Limburg waar met name vanuit Maastricht omstreeks 1850 de meest succesvolle brouwerijen zaten. Later zijn ook andere grote brouwerijen het aangezoet pils gaan maken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat je in een goed Limburgs café nog een Sjoes kunt bestellen, maar in het Noorden waarschijnlijk niet.
Deze bekende blend verkoopt Limburgse brouwer Gulpener overigens ook in flesvorm.

Mocht je een keer een authentiek café bezoeken in het zuiden van het land en zin hebben in een zoete dorstlesser? Laad je dan eens verleiden tot een Sjoes, dan kan je later tegen je kleinkinderen zeggen dat je ooit nog eens een Sjoes hebt gedronken.

De sjoes in Roosendaal.

p.s. in Roosendaal kun je uitstekend terecht bij café de Sjoes. De eigenaar? Je raadt het al, zijn roots liggen in Limburg. Proost!

De (aan)houder wint. Of niet?

Het drinken van bier heeft natuurlijk te maken met smaak en voorkeuren. Het bijbehorend glas daarentegen wordt meestal gedicteerd door de brouwerij. Naast vaasjes, fluitjes en pintglazen komen daardoor de meest uiteenlopende creaties op de markt en in het café. We zullen de bierglazen met houder voor je uitlichten.

Bierglazen zonder voet; glazen die door hun vorm aanzetten tot doordrinken. En als er een houder bij zit, dan moet je ook daar weer ruimte voor vrijmaken. Kasteleins hebben ermee te maken, maar ook de liefhebber. Maar ja, daar ben je liefhebber voor.   

Het koetsiersglas

Met een heel bouwwerk om het glas heen, lijkt het een onnodig ingewikkeld plan om met veel poeha de biermarkt te veroveren. Toch is het verhaal van het koetsiersglas interessant en authentiek genoeg om verteld te worden. Pauwel Kwak was in de tijd van Napoleon een herbergier uit het Belgische Dendermonde en zijn klandizie bestond voornamelijk uit koetsiers. Omdat díe juist niet veel tijd hadden, bedacht de beste man een glas die ook hen in staat stelde om te drinken én op hun bok te blijven zitten. Het glas met een bolle onderkant (vergelijkbaar met een Cambridge yard glas) werd namelijk met een houten houder aan de koets bevestigd. Het bier kwam van Brouwerij Bosteels uit Buggenhout.

Het principe van de koetsiersglas is net als die van een stiefel (ofwel: een laarsglas). Zodra er lucht in de bol (of in het geval van de stiefel: het uitstekend stuk van de laars) komt, en de drinker de laatste teugen onderschat, dan komt de complete inhoud als een tsunami uit het glas.  

Dure glazen

De houder van het koetsiersglas wordt tegenwoordig geleverd met een voetje om het geheel neer te kunnen zetten. Leuk voor thuis, dus. En daardoor werden de koetsiersglazen een gewild object om mee te nemen. Zo ook bij herberg De Dulle Griet in Gent. Daar verdwenen namelijk de dure glazen bij bosjes. Als men een Max van ’t Huis (niet te verwarren met het bier van Pauwel Kwak) bestelt, dan moet men een onderpand inleveren: een schoen. Die wordt na de bestelling in een mand gegooid en vervolgens wordt de mand vanachter de toog omhoog gehesen. Na een toiletbezoek blijft echter de vraag: hoe komt mijn ene sok toch zo nat?

‘La corne du bois des pendus’

Brasserie D’Ebly werd in 2012 voor de rechter gedaagd door eerdergenoemde brouwerij Bosteels. Het glas horende bij het bier ‘La corne du bois des pendus’ zou teveel lijken op het koetsiersglas van Pauwel Kwak. Bij beide glazen gaat het om een houten houder, zodat ze rechtop kunnen staan. En daar houdt de vergelijking op. Drinkt men Pauwel Kwak uit een recht glas met een bolle onderkant, ‘La corne’ is hoornvormig. Daarom oordeelde de rechtbank in het voordeel van D’Ebly.

Laafse Lurk

En dan had je nog de glazen bij de Laafse Lurk. Het Dubbelbier was geïnspireerd door Het Volk van Laaf uit het Nederlandse attractiepark De Efteling en werd aldaar geschonken. Het werd gebrouwen door de Arcener Stoombierbrouwerij in Arcen, nu bekend als de Hertog Jan Stoombierbrouwerij. Dat het niet meer bestaat heeft te maken met het relatief hoog alcoholpercentage, de glazen die uitnodigden tot doordrinken, en de omgeving van het park dat bestond uit kinderattracties.

Laafse Lurk met bijhorend glas (foto: Beerdame.com)

Uit welk uitzonderlijk glas heb jij weleens gedronken?