Column bier: Is craftbeer 6 euro voor een blikje waard?

Als jong ventje van een jaar of 8, inmiddels bijna 30 jaar geleden, ging ik regelmatig met mijn vader mee naar drankenhandel van Oevelen net over de grens in Essen België. Bij ons in de garage stonden er altijd 6 kratten bier: Amstel, Leffe blond, Duvel, Westmalle dubbel, Westmalle tripel en Palm. Je kan zeggen dat het zaadje van bierliefhebber daar wel geplant is.

Wanneer we dan bij de drankenhandel aankwamen laadde mijn vader de lege kratten uit en stond er een man op leeftijd in een stofjas de emballage te tellen. Vervolgens schreef hij met zijn potloodje de waarde op een briefje en deze kreeg je dan mee. In die tijd – toen mijn zakgeld een rijksdaalder in de week was – vond ik het verbazingwekkend dat het bier zo duur was. Mijn zakgeld van een week, daar kon mijn vader nog geen 2 flesjes bier van kopen, hoe kon hij nou zoveel geld uitgeven aan bier?

Ik moest aan dit moment denken toen ik vorige week bier aan het kopen was bij een slijterij. Ik was in de stemming voor een paar lekkere IPA’s. Met de gedachte aan een paar weken thuis doorbrengen en de zon op komst moesten we er maar het beste (en het veiligste) van maken.

Met die gedachte liep ik op gepaste afstand langs de schappen, werd ik geadviseerd betreffende mijn aankoop en rekende ik uiteindelijk € 34,20 af. Terwijl ik onderweg was naar huis bedacht ik mij dat ik net € 34,20 had betaald voor 6 blikken, oftewel bijna € 6,00 per blik. Alhoewel ik ze ongetwijfeld allemaal met veel smaak op zal drinken, kon ik het niet laten om even de vergelijking te trekken met de klassiekers zoals Duvel die mijn vader en ik ook nog steeds in de garage hebben staan. Voor een Duvel betaal ik namelijk meestal rond de € 1,40 en toch ben ik – en een hoop andere mensen – bereid om 3 tot 4 keer dit bedrag te betalen voor een ander soort bier. De markt is er dus blijkbaar.

Maar hoe komt dat nou eigenlijk? Is het een imago-, marketing-, of trend-kwestie? Is dit het toffe bier/ blikje waar je met plezier naar kijkt en waarmee je (online) gezien wil worden? Is deze brouwer op dit moment helemaal hip en happening. Is het een smaakding? Eenmaal champagne geproefd wil je nooit meer een cava? Hebben mensen in tijden van economische groei gewoon geld te besteden en boeit het ze gewoon niet, of is er nog een hele andere reden?

Classic vs New style

Zelf denk ik dat je het misschien wel een beetje kan vergelijken met de wijnmarkt. Een groot aantal aanbieders zorgt voor een steeds grotere diversiteit aan producten in allerlei prijs- en kwaliteitsklassen. In het café krijg je een slobberwijntje, tijdens een diner een wat duurdere sauvignong blanc en met oud en nieuw een champagne. Ditzelfde zie ik nu ook met bier. Zo hebben we thuis voor een verjaardagsfeestje een pilsje, voor na het mountainbiken een lekkere Leffe en tijdens een avondje Top Gear een IPA.
Dus ja, wanneer de kwaliteit het waar maakt betaal ik wel 6 euro voor een blikje bier!

Ook interesse in craftbeer? Kijk eens naar het artikel van het Bierlokaal of van de Little Beershop.

De (aan)houder wint. Of niet?

Het drinken van bier heeft natuurlijk te maken met smaak en voorkeuren. Het bijbehorend glas daarentegen wordt meestal gedicteerd door de brouwerij. Naast vaasjes, fluitjes en pintglazen komen daardoor de meest uiteenlopende creaties op de markt en in het café. We zullen de bierglazen met houder voor je uitlichten.

Bierglazen zonder voet; glazen die door hun vorm aanzetten tot doordrinken. En als er een houder bij zit, dan moet je ook daar weer ruimte voor vrijmaken. Kasteleins hebben ermee te maken, maar ook de liefhebber. Maar ja, daar ben je liefhebber voor.   

Het koetsiersglas

Met een heel bouwwerk om het glas heen, lijkt het een onnodig ingewikkeld plan om met veel poeha de biermarkt te veroveren. Toch is het verhaal van het koetsiersglas interessant en authentiek genoeg om verteld te worden. Pauwel Kwak was in de tijd van Napoleon een herbergier uit het Belgische Dendermonde en zijn klandizie bestond voornamelijk uit koetsiers. Omdat díe juist niet veel tijd hadden, bedacht de beste man een glas die ook hen in staat stelde om te drinken én op hun bok te blijven zitten. Het glas met een bolle onderkant (vergelijkbaar met een Cambridge yard glas) werd namelijk met een houten houder aan de koets bevestigd. Het bier kwam van Brouwerij Bosteels uit Buggenhout.

Het principe van de koetsiersglas is net als die van een stiefel (ofwel: een laarsglas). Zodra er lucht in de bol (of in het geval van de stiefel: het uitstekend stuk van de laars) komt, en de drinker de laatste teugen onderschat, dan komt de complete inhoud als een tsunami uit het glas.  

Dure glazen

De houder van het koetsiersglas wordt tegenwoordig geleverd met een voetje om het geheel neer te kunnen zetten. Leuk voor thuis, dus. En daardoor werden de koetsiersglazen een gewild object om mee te nemen. Zo ook bij herberg De Dulle Griet in Gent. Daar verdwenen namelijk de dure glazen bij bosjes. Als men een Max van ’t Huis (niet te verwarren met het bier van Pauwel Kwak) bestelt, dan moet men een onderpand inleveren: een schoen. Die wordt na de bestelling in een mand gegooid en vervolgens wordt de mand vanachter de toog omhoog gehesen. Na een toiletbezoek blijft echter de vraag: hoe komt mijn ene sok toch zo nat?

‘La corne du bois des pendus’

Brasserie D’Ebly werd in 2012 voor de rechter gedaagd door eerdergenoemde brouwerij Bosteels. Het glas horende bij het bier ‘La corne du bois des pendus’ zou teveel lijken op het koetsiersglas van Pauwel Kwak. Bij beide glazen gaat het om een houten houder, zodat ze rechtop kunnen staan. En daar houdt de vergelijking op. Drinkt men Pauwel Kwak uit een recht glas met een bolle onderkant, ‘La corne’ is hoornvormig. Daarom oordeelde de rechtbank in het voordeel van D’Ebly.

Laafse Lurk

En dan had je nog de glazen bij de Laafse Lurk. Het Dubbelbier was geïnspireerd door Het Volk van Laaf uit het Nederlandse attractiepark De Efteling en werd aldaar geschonken. Het werd gebrouwen door de Arcener Stoombierbrouwerij in Arcen, nu bekend als de Hertog Jan Stoombierbrouwerij. Dat het niet meer bestaat heeft te maken met het relatief hoog alcoholpercentage, de glazen die uitnodigden tot doordrinken, en de omgeving van het park dat bestond uit kinderattracties.

Laafse Lurk met bijhorend glas (foto: Beerdame.com)

Uit welk uitzonderlijk glas heb jij weleens gedronken?